Home
Wie ben ik
FCI-erkend
Geschiedenis
Karakter en Gedrag
Opvoeding - Training
Fokkerij-Gezondheid
Nieuws
Foto's
Contactformulier

 Opvoeding en Training

 

"Er zijn vele honden die meer van opvoeding en training weten dan hun bazen. Ze trekken de riem van de kapstok, de baas verlaat zijn stoel en borrel…. en voor hij het beseft staat hij buiten in de kou. Men fluistert dat sommige honden dan zelfs kunnen lachen!"

Veel voorkomende problemen onder de honden zijn o.a. agressie naar soortgenoten en naar mensen. Kan een hond nog wel hond zijn in deze wereld? Verdiepen mensen zich nog wel in hun hond, weten ze wat hij nodig heeft?

Ik bedoel daarmee niet zijn zachte mandje, hapklare brokken, aaitjes en blokje om, maar een leven dat een hond nodig heeft om hond te zijn; een duidelijk baas die leiding geeft, geestelijke en lichamelijke activiteiten, voldoende vrije beweging en een baas die hem niet teveel alleen laat.

"Een hond is een hond, nietwaar? Hij kan blaffen, niet praten, hij kan zitten, niet vliegen, wel apporteren, niet met mes en vork eten, hij kan een jas stuk scheuren, maar niet achterbaks zijn, pijn lijden, niet oneerlijk zijn, hij is een hond en geen mens, hij is ons fijnste huisdier, behandel hem als hond".

 

Hoe leert een hond?

Beloning is de sleutel tot succes bij de opvoeding en training. De pup zal zich de beloning altijd blijven herinneren, hoezeer hij ook geholpen is bij het opvolgen van uw bevel. Het voorkomen van fouten maakt correctie overbodig.

Een hond leert van het gedrag wat hij vertoond en de gevolgen die het heeft voor hem, bijvoorbeeld:

Als de hond er met je beste schoen vandoor gaat en je rent hem achterna is dat voor hem pure pret. De reden voor die pret is:

1. hij is toch sneller op zijn 4 pootjes als de "baas"

2. hij heeft alle aandacht, negatieve aandacht is ook aandacht

3. hij heeft de prooi

Zorg er dus de eerste periode voor, dat hij niet bij je schoenen kan, dat voorkomt al een hoop problemen. Zijn er toch schoenen in dezelfde ruimte als de hond, voorkom dan dat hij ermee gaat spelen. Dat kun je doen door hem een speeltje te geven waar hij wel mee mag spelen. Zo bepaal jij als baas waar de hond aan mag komen. Dit maakt jouw positie sterker!

Houdt er ook rekening mee dat een oude theedoek voor de hond er hetzelfde uitziet als een nieuwe blouse. Ook weet een hond niet wanneer hij vies is, als hij nu op de bank mag liggen dan mag dat ook nadat de hond lekker in de sloot gespeelt heeft.

 

Richtlijnen voor het thuis oefenen.

"Er zijn geen honden die geen training nodig hebben. Er zijn maar heel weinig honden die niet getraind kunnen worden. Ga ervan uit dat nooit de hond fout is, maar altijd de mens. Succes komt vaak te vroeg, maar nooit te laat. Straf de hond nooit voor fouten die je zelf hebt gemaakt"

a) Aan leerfase altijd in een prikkel-arme omgeving, bijvoorbeeld binnenshuis (zonder bezoek of spelende kinderen) of in de tuin

b) Oefen pas later (als de hond de oefening beheerst) in een prikkel-rijke omgeving.

c) Oefen aangelijnd om te voorkomen dat de hond in de fout gaat

d) Alle gezinsleden moeten weten welke commando’s gebruikt worden voor de oefeningen en mogen deze niet gebruiken als ze de correcte uitvoering niet beheersen

e) Ieder gezinslid moet weten wat hij/ zij wel en niet met de hond mag en kan doen, bijvoorbeeld kinderen mogen niet met de hond op straat of de hond daar loslaten

f) De houding die tijdens de training ten opzichte van de hond wordt aangenomen ( consequent, rangorde bevestigend en positief) moet ook gedurende de rest van de dag worden gehandhaafd

g) Oefen alleen dan, wanneer er rust en tijd is om de hond de kans te geven de oefeningen uit te voeren

h) Oefen dagelijks

i) Beloon de hond altijd na het goed uitvoeren van de oefeningen

j) Oefen maximaal 2x achtereen. Stop direct als een oefening goed gaat en herhaal eventueel de oefening later op de dag nog eens

k) Stop niet als de oefening niet lukt, maar laat de hond een oefening doen die de hond beheerst en stop pas daarna.

 

Het is mogelijk dat je als baas teveel eisen stelt, waardoor de hond de oefeningen niet oppakt, zeker in het begin wanneer de hond én zindelijk moet worden, én moet leren zitten, én af moet blijven liggen én moet hierkomen én enz. enz. Denk hierbij ook aan de puberteit, hierdoor kan jouw hond oefeningen die hij voorheen wel beheerste, "plotseling" niet meer herinneren!

Breng in beide gevallen begrip op voor de situatie van je hond, blijf rustig, neem de tijd voor de oefeningen, help je hond door hulpen (bv. ga een stap terug in de oefening) te gebruiken (brokje) of las eventueel een rustperiode in.

 

 

Lichaamstaal

Een waakzame hond
Heeft zijn staart en zijn kop omhoog en zijn oren gespitst. Als hij met zijn staart kwispelt en zich springerig beweegt, voelt hij zich heel prettig.

Een bange hond
Kruipt met de oren plat tegen het hoofd en de staart tussen zijn poten op de grond.

Een agressieve hond
Staat met zijn kop en staart omhoog om zich zo groot mogelijk te maken. Als de nekharen omhoog komen en de lippen opkrullen zodat hij zijn tanden laat zien, overweegt hij aan te vallen.

Een onderdanige hond
Gaat op zijn rug liggen en houdt zijn buik omhoog en een poot licht geheven.

Een speelse hond
Begint met een "speelboog", waarbij hij zijn voorpoten buigt en zijn romp omhoog doet. Hij blijft kijken naar degene met wie hij wil spelen. Meestal begint hij daarna rond te springen en met zijn staart te kwispelen om zijn speelmaatje uit te nodigen om mee te doen. Bij twee honden eindigt dit meestal in opgewonden achter elkaar aan jagen en stoeien.

 

Let op:

De relatie tussen kinderen en honden is voor een groot deel afhankelijk van de tolerantie van de hond t.o.v. het kind. Een kind kan (tm 13 jaar) niet rangordebevestigend optreden en om deze reden in de ogen van de hond, een ranglagere zijn.

Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de dagelijkse omgang tussen kind en hond. Wees hierop attent! Laat het kind nooit alleen met een hond! Zelfs de liefste hond kan door omstandigheden bijten. Leer het kind dat het eerst aan de baas van de hond moet vragen of het de hond mag aaien en daarna aan de hond zelf. Dit doet men door de hond rustig aan de hand te laten snuffelen. Zorg dat dit een gewoonte wordt! Hoe lief een hond er ook uitziet dat zegt niets over het karakter!

Leer het kind zich rustig te gedragen bij honden in de buurt, niet rennen of schreeuwen. Honden hebben weinig interesse voor stilstaande dingen. Juist beweging roept hun jachtinstinct op. Benader een hond nooit van achteren.Leer het kind de hond onder de kin of op de borst te aaien en niet over zijn kop of rug.

Een hond strak aankijken, over de hond heen hangen, op zijn kop of over zijn rug aaien, de hond in de "houtgreep" nemen, zijn allemaal zeer bedreigende situaties voor een hond, die tot bijten kunnen leiden! Juist bij kinderen omdat die weinig overwicht op een hond hebben.

Voordat een hond bijt vertoont hij meestal stress-signalen zoals: verstarren, lip optrekken, tanden laten zien, strak aankijken. Neem deze waarschuwingen serieus! Grommen is de allerlaatste waarschuwing die een hond geeft en dan kun je te laat zijn met ingrijpen!

 

Straf je hond niet als het kind de fout in gaat, de hond snapt dit niet en kan het kind in het vervolg bedreigend vinden.

Laat het kind niet omver lopen of bijten door een hond. Ook niet spelenderwijs! Een pup die zijn moeder te hard bijt met spelen krijgt ook op zijn kop. Zo leert hij wat wel en niet kan.

Laat je hond niet met het speelgoed van het kind spelen, maar ook niet andersom. Soms is het nodig je hond tegen het kind in bescherming te nemen bijv. als hij zijn rust nodig heeft. Als je een jong kind hebt dat de hond wil aaien, neem het dan op schoot en roep daarna de hond bij je. Zo steun je het kind en leert de hond dat hij niet boven het kind in de rangorde staat. Een hond die geen regels kent, wordt nerveus en weet niet waar hij aan toe is.

to Top of Page

Saarlooswolfhonden